Vorig jaar werd in gevraagd om te reflecteren op mijn Honoursprogamma. Het werd een spoken word stuk.
Ik ben geen honoursstudent
Ik moet iets bekennen.
Ik ben geen honoursstudent.
Afgelopen jaar heb ik rondgedwaald en afgevraagd:
wat doe ik hier
in het statig pand van deze Honours Academy?
Ik kijk namelijk op tegen honoursstudenten.
Excellente bollebozen, welbespraakt, getalenteerd.
Bijeengedreven in een lokaal waar ze wordt gevraagd:
‘Wat denk jezelf?’
Leiden Leadership Programme – LLP voor vrienden.
Vrienden, zoals die student die had gestapeld met opleidingen
Tot hij over de muur van het Bolwerk van de Vrijheid kon klimmen
En daar constant out of the box denkt.
De dingen altijd anders bekijkt.
En zij, altijd klaar om het academisch duel aan te gaan,
Over stijlfiguren of slavenschepen.
Als zij geen hoogleraar wordt,
dan moeten de stereotypen terug naar hun zetter.
En de enorme sociale intelligentie in fijne mensen;
Creatieve genieën die ik stiekem benijdt.
De excentriekeling, rent stoutmoedig, dwars door het veld,
alle paden negerend.
Soms provocerend.
Heeft zijn eigen plan allang getrokken, zo lijkt het.
Gooi dat in de keukenmachine,
Voeg toe: 1 fijn stel hersenen
En wwwwwwwwwwwwwww
Snufje discipline toevoegen, naar smaak.
Een honoursstudent a la excelence
Wacht – ze zijn nog niet af.
Er moet iets bij.
Bij honoursstudenten is het als bij zwaluwen, één studie maakt nog niet excellent.
Armen naar voren; ik ga stapelen:
een bijbaan,
een tweede studie,
tijd om te borrelen,
een eigen stichting,
een bestuur,
een instrument,
een hobby,
een extra master,
een partner,
nog een extra master,
een sociaal leven,
en … tijd om te facebook’en.
Daar sta ik.
Ik ben geen honoursstudent.
Ik loop hier alleen maar rond.
De oudste in een wereld waarin jong de norm is.
Met mijn resultaten uit het verleden versus de regels van nu …
hadden ze me hier nooit toegelaten of
ik had Presidium Libertatis voortijdig moeten verlaten
als het ei dat door de gleuven van de sorteermachine valt.
De laatste der eeuwige studenten,
jaren van uitstelgedrag die leiden tot … één lullige bachelor.
Historicus. Zonder honours. Maar zover was u al.
Bijzonder snel afgeleid, verlies ik altijd mijn hoofd op zijpaden.
Coping behaviour – zo heet dat.
Mijn medicijn tegen de boze buitenwereld van verwachtingen.
Geleerd in het Leadership Programme.
Dyslectisch.
Zonder buitenlandervaring,
Zonder evident academisch talent.
Zonder ambitieus plan voor waar ik over vijf jaar wil zijn.
Worstelend met een masterscriptie.
Zoals Juliana het ooit zo treffend zei:
‘wie ben ik, dat ik dit doen mag?’
Ik ben geen honoursstudent.
Maar nu ken ik wel al hun geheimen …
Als u belooft dat het onder ons blijft …
Onder het vloerkleed van de Honours Academy
lopen overambitieuze academische rupsjes-nooit-genoeg,
die zich als werkmieren overladen met taken, commissies en extra vakken.
Zeggen altijd ‘JA’
en tegen iedereen,
bang om niet alles er uit te halen,
bang om niet op te voldoen aan hun imago.
Gepredestineerd en belast met de erfzonde die excellentie heet.
Als na een tijdje begint het ijs te kraken, beginnen ze afspraken af te zeggen,
om er niet doorheen te zakken.
Vol ambitie en prestatiedrang onderweg naar de nieuwste trend : een twintigersburnout.
Naast hen de control freaks, veilig opgehokt in de stal die comfort zone heet,
hoewel de hekken open staan.
Daarbuiten lopen de flierefluiters.
Met werk dat niet van regulier te onderscheiden is.
En daar komen er nog twee binnen.
Die altijd te laat zijn.
… altijd.
De slimme analytica
heeft moeite met het vangen van de precieze definitie en betekenis,
die de balans zou omschrijven van ratio en emotie in het excellente wezen.
De boel wordt overzien door de ijdeltuiten met licht psychopathische trekjes
die liever anderen voor zich laten werken
en binnenkomen als er credits te vergeven zijn.
Had ik de control freaks al?
En de onzekere types?
De cynici?
Het is een plezante afdeling,
daar tussen die honoursmensen.
Gesloten. Gelukkig.
Excellent studeren – wat dat dan ook mag zijn –
vinden ze over rated en heel erg 2010.
Ik ben geen honoursstudent.
Ik was antropoloog op expeditie
In de habitat van de Honours Academy
mat ik schedels, vergeleek ze en vond
fascinerende overeenkomsten tussen alle exemplaren van deze soort,
op de grens van de volgende stap in de evolutie.
Het bleek dat ze allemaal … in zijn voor een uitdaging.
Een dieet van ambitie, carrière en academische interesse
zorgt voor een nieuwsgierigheid naar persoonlijke ontwikkeling.
Als astronauten in hun eigen universum willen ze ontdekken
wat er nog meer mogelijk is. Hoe het óók kan.
Het gaat ze niet om score binnen het systeem,
maar het verbeteren van het systeem.
Alwetendheid nastreven is voor simpele zielen.
Onwetendheid opzoeken en omarmen, dat is voor gevorderden.
Op die excellente apenrots is twijfel een deugd,
die je omarmt als toegevoegde waarde.
Want daar weten ze dat er altijd meer is
en hebben ze bagage genoeg om te weten
dat ware kennis erin bestaat te weten dat men niets weet.
Ik heb er vooroordelen ingeruild voor vrienden
Zonder garantie.
Liefde hervonden, bewonderd en weer kwijt geraakt,
zoals dat gaat.
Mensen getergd hun mond zien houden,
omdat ze wilden leren wat ze zo lang geleden waren kwijt geraakt:
De Kunst van het Luisteren.
We hebben misvattingen ontleed
en magische woorden leren spreken
zoals ‘Dank Je Wel’.
Dat wat op de groep de meeste indruk heeft gemaakt,
is … de groep.
De ervaring om een programma te doorlopen,
dat de meeste mensen liever wegzappen,
zij-aan-zij als wapenbroeders, mensen met een zelfde grondhouding,
ben je onderdeel van een Open Source van ontwikkeling
Waarin je gevraagd wordt het gesprek aan te gaat
over wat jou motiveert
Wat de ander drijft
en wat je moeilijk vindt.
Om je aannames ter discussie te stellen.
En eerlijk te zijn over jezelf en hoe jij werkt.
Honoursstudent, dat zijn mensen met een open houding;
die bij een uitdaging niet wegkijken, tot het uur voorbij is.
In plaats daarvan zullen ze vragen : ‘waar kan ik tekenen?’
Ik ben geen honoursstudent …
maar je bent nooit af.