Alles dat mij aan jou herinnert
heb ik ingepakt
om je niet meer om me heen te hebben.
Foto’s uit lijsten gehaald.
Kleren uit kasten in dozen.
Geuren uit lakens gelucht in de lentezon.
Alles dat mij aan jou herinnert
heb ik uitgeademd
en teruggegeven aan het oneindige
waar ik het ooit vandaan ontving.
Alle lijnen die mij met jou verbonden
heb ik doorgeknipt,
connecties uitgewist
als nodes in een netwerk,
vermijd ik nu allen
die mij met jou kunnen verbinden.
Alles dat mij aan jou herinnert
bestaat alleen nog in een wereld,
tussen die eerste en laatste bankjes in een park
dat ik niet wil verlaten.