Het begint altijd met handen.
Met vingers die een pad zoeken
naar iets om te verkennen
om vast te houden
te strelen.
Het begint altijd met handen.
Met vingers die een pad zoeken
naar iets om te verkennen
om vast te houden
te strelen.
Lachend verlaten woorden
als zoete kauwgombalbellen je wezen
in een aanhoudende stroom
van wat je zegt en wat je zwijgt.
Voor de grap,
of toch niet.
Nooit betoverd geweest
Ogen gesloten
Zand tussen m’n vingers door
op de grond
Een droom waarin je wakker
maar als verlamd
Nooit betoverd geweest
Knieën op de grond
Stilte maakt elke seconde
meer waar
Berusting is voor onttoverden
niet mij
Woorden uit haar mond
lippen verdwijnen
Standaard zinnen spreken
angst tot overgave
Alles kunnen krijgen
niet durven nemen
Nog nooit betoverd
Nimmer zo bang